2009
26 mei - 27 juni; Herbert
Lorenz (Duitsland), beeldhouwer en glazenier met tekeningen,
litho's en boeken
Herbert Lorenz exposeert in het Fries
Grafisch Museum Joure.
Wanneer Herbert Lorenz, geboren 1916 in Chemnitz, in 1933 begint
aan de studie dekoratieschilderen is de opleiding nog geheel
een vaktechnische opleiding.
De oude ideeën over esthetiek staan nog, en weer, als een
paal boven water, na een tijdelijk uitstap naar vrijere waarden
door de avant-garde van de eerste wereldoorlog.
Grote leergierigheid en een wens zelfstandig vorm te geven aan
een maatschappij in opbouw drijven Herbert Lorenz van studie
tot studie en zo beheerst hij in technische zin al spoedig het
gehele veld: van beeldhouwen in hout en steen tot schilderen
in olie, gouache en aquarel, van de grafische kunsten op steen
en plaat tot de inpassingen in de architectuur met grafitto,
brons en mozaïek.
Hoewel Lorenz in alle vrijheid zijn eerste tentoonstellingen
houdt in Bonn en Koblenz, tekenen ondertussen de contouren van
een andere tijd zich af die een definitieve verandering
in het denken over kunstenaar en kunst in de maatschappij van
na de tweede wereldoorlog tot stand zullen brengen. Inschakeling
van kunstenaars in de woning- en utiliteitsbouw in de periode
van wederopbouw en het Vaticaans Concilie dat een menselijker
rol van de kerk in de maatschappij nastreeft (beide wensen uitdrukking
te geven aan een soort 'nieuw democratisch menszijn' dat vormgegeven
wordt in instituties als de United Nations) vragen om een bezinning
over esthetische en algemeen artistieke waarden.
De kunstenaar die midden in de oorlog
stond kan niet meer werken met de oude idee van schoonheid die
over alles triomfeert. Het algemeen verraad aan alle waarden
en de totale ontmenselijking schreeuwen om een krachtig verzet
tegen nostalgie. De kunstenaar moet zoeken naar een geheel nieuwe
taal en kan dat niet anders doen dan door eerst de oude geheel
af te breken, te analyseren en vervolgens nieuw op te bouwen.
Sprak men na de eerste wereldoorlog over 'het demasqué',
daarna was in de tweede wereldoorlog de onbedekte barbarij in
al z'n absoluut ontluisterde grauwheid tot alle levende wezens
doorgedrongen.
Het quasi esthetisch herstel dat zou leiden tot weerzinwekkende
oorlogsfilms en games en de psychologische thrillerwreedheid
die we vanaf midden vijftiger jaren weer zien ontstaan hebben
een bodem nodig van (overigens ook zeer quasi) veilig burgermansgevoel;
daarvoor was in de naoorlogse jaren geen plaats: niet bij hen
die met kunst werden geconfronteerd en niet bij de makers van
kunst.
Zo is de grafiek van Herbert Lorenz in het algemeen geen vrolijke,
heldere, leegvirtuoze tekenarij van het alledaags mooie. Het
leiden van Christus tot Mutter Courage zijn zijn onderwerpen,
zoals ook het leven in de kampen. Zijn handschrift probeert een
eerlijke en beeldend nieuwe vorm te vinden, van alle verfraaiende
uiterlijkheden ontdaan, in een niet aflatende en bijna angstige
zoektocht. In zijn totale oeuvre is het opmerkelijk dat slechts
in zijn schilderijen met de nieuw-opgebouwde industrie als onderwerp
het hoopgevend licht doorbreekt.
Lorenz' zoektocht naar waarachtige vorm in een humane en eerlijk-eenvoudige
kunst leidde tot een groot oeuvre dat van Europa tot Amerika
gewaardeerd wordt. Van buitengewone artistieke en maatschappelijke
waarde zijn zeker zijn mozaïeken. De individuele roeringen
van de kunstenaar Herbert Lorenz zien we in de intimiteit van
zijn grafiek en zijn met de hand vervaardigde boekuitgaven. Zijn
litho's laten steeds een compositie zien die van de buitenwereld
is afgekeerd; als heeft het onderwerp, hoe wreed ook, bescherming
nodig tegen een daarbuiten woedende onmetelijke wreedheid, die
eerder de ziel van de kunstenaar verscheurd heeft, maar zeker
niet vernietigde.
|